Arctic Circle

29 juni 2016 - Fauske, Noorwegen

En dan ben je ineens in Noorwegen. Na een mooie zonnige dag, compleet met zwemmen en bbqen en de camper vol muggen waardoor we tot 4.00 uur aan het jagen waren, zijn we dan eergisteren met de klim naar boven begonnen. Tijdens zo'n reis van 300 km kan het landschap per uur veranderen, we rijden gemiddeld 70 km per uur, je ziet prachtige dennenbossen, dan weer alleen karige tundra-achtige vlaktes, telkens met besneeuwde bergen p de achtergrond. En af en toe is de boomgrens ineens bereikt en houden alleen de berkenbomen stand. Je ziet dat de sneeuwmassa's nog maar net weg zijn.

Bij het Gausjosjön ben ik op de ielandjes gaan klimmen waar al duizenden jaren mensen komen, vissen en leefden. De stilte, grootsheid van stenen, planten, het heldere maar ijskoude water vind ik indrukwekkend. En dat de bloemetjes ieder kansje zonder sneeuw benutten om te gaan bloeien.

Bij het Arctic Circle Centre was het dan gisteren ontzettend druk met campers. Nog nooit zo druk gezien daar en als je net een week bijna niemand tegen bent gekomen, dan is dat weer net too much. Wij hebben hier 2 jaar geleden nog met de camper achter het gebouw gestaan en geslapen. Dat was in september, dan is het gesloten en is er verder niemand meer. Héérlijk.
Toeristen maken hier stenen stapels. Je ziet dee stapels ook langs wegen, op bergpassen, dan wordt het door inwoners/lappen gedaan als wegwijzer. Mij werd ooit verteld dat het hun manier zou zijn om een kaarsje te branden, dát vond ik de leukere uitleg en sinds we hier komen (2011), heb ik onderaan de heuvel een plekje waar ik stenen voor diegene, die we missen stapel. Ik leg er mos omheen en plaats er een sneeuwpop bij en soms ligt er nog sneeuw overheen, maar meestal is de hoop het volgende jaar net weer vrij van sneeuw en hoef ik het alleen weer te staplene. Kleine ceremonie, voel ik me erg fijn bij en op die plek voel ik me ook heel dichtbij die gedachten. De toeristen lopen boven op de heuvel, ver weg van mij en de stenen. En ik ben zo dankbaar dat ik dit kan en mag doen en dat we elkaar hebben.

Uiteindelijk hebben we hier gegeten (John ontbijt altijd pas rond de middag..., voor hem was het ontbijt), van mijn pizza wordt de komende dagen nog gegeten, zo groot was hij. Nog even een cadeautje en kitsch-magneetje gescored voor de koelkast thuis en verder naar het noorden.

De natuur is hier zo heerlijk ruig, bijna kleurloos, maar altijd in beweging door de watervallen en stromen met smeltwater. Bij één van die rivieren hebben we vorig jaar een oldtimer-autowrak ontdekt, op zo'n plek dat je denkt "hoe komt-ie daar?". Maar ook zonder die auto zijn die krachten van het water en de kleur van het water (ijsblauw/groen) zeer indrukwekkend. En al komen we vaker in Scandinavië...het is iedere keer anders. Nu rijden we de weg weer andersom (van links naar rechts), ineens zie je beren, die je eerder alleen achter je had en die je dus nog nooit had gezien. Er ligt méér sneeuw in de bergen als de vorige keer, het weer is bewolkt, maar niet koud (vorig jaar was het bij het Arctic Circele Centre erg koud en was daar overal sneeuw) en we verheugen ons op het stuk ruigheid van Lappland. 

Ik las een stukje in een tijdschrift, dat een lieve vriendin mee had gegegeven. Over een elandfarm in Överkalix. De journaliste had het over de eentonigheid van het landschap. En zij reed slechts 100 km vanaf het vliegveld naar die farm. Wij houden juist van die verte van het landschap. Wat is eentonig?

Foto’s